- Wijnhaven 22 – Hoekhuis, genaempt De Spaanse Vloot
door Kees van der Wiel
De toeristenkroeg van vandaag was in de 18e eeuw een koffiehuis met kanarievogels en damborden en tussendoor anderhalve eeuw een statige Roomse apotheek. Van oorsprong echter waren het twee huizen in een gezamenlijk 16e-eeuws casco. In het begin van de Tachtigjarige Oorlog werd het de Spaansgezinde eigenaar ontnomen en kort daarna gaf een nieuwe eigenaar het een naam die verwees naar de glorieuze overwinning op de Spaanse Armada. Lees hier meer…..
- Wijnhaven 21 – ’t Cleijne Huijsken tussen grote buren
door Kees van der Wiel
‘t Cleijne Huijsken zit vanouds wat krap tussen grote buren in. Niettemin kwam er 30 jaar geleden een een fraai geschilderd plafond tevoorschijn. Het pand was ooit een bakkerij, is toen een verdieping gerezen en later onderkomen geworden van een pruikenmaker, schoenmaker, boekbinder en allerhande andere neringdoenden. Men kon er vroeger dameshoeden en sigaren krijgen. Tegenwoordig is het kantoorgedeelte van de herenmodezaak ernaast. Lees hier meer…..
- Wijnhaven 20 – Vanouds herberg ’t (Oude) Schaeck
door Kees van der Wiel
De huidige wat kleurloze puntgevel had in 1936 nog een gedeeltelijke renaissancegevel met een houten puibalk uit 1540. Die balk ligt nu in brokstukken ergens op de zolder van Museum Prinsenhof. Over de afbraak van de gevel, die dateert van vlak na de grote stadsbrand, is destijds heftig gediscussieerd. Achter de gevel is het pand veel groter en ouder dan het aan de straat lijkt. Behalve een herberg was het eeuwenlang een vermaarde apotheek en de laatste 140 jaar een kledingwinkel. Bovendien zit er nog muziek in het verhaal. Lees hier meer…..
- Wijnhaven 19 – Voorheen ’t Haechje en de Vijzel
door Kees van der Wiel
Vrij recent kwam dit pand nog in het nieuws door reepjes oud behang die er waren aangetroffen. Maar in dit pand blijken nog veel meer oude verrassingen te vinden voor wie weet waar je die zoeken moet. Sinds kort maakt het met de panden Wijnhaven 20 en 21 ernaast deel van de kledingzaak Steendam. Ook eerder al was het bij om beurten bij wederzijdse buurpanden ingelijfd. Lees hier meer…..
- Voldersgracht 28 – Vanouds De (Vergulde) Druijff
door Wim van Veen
Ook achter deze gevel uit 1880 zit weer een huis dat in oorsprong eeuwen ouder is. Er woonden ooit lakenbereiders, manufacturiers, porselein- en postzegelhandelaren en een bejaard lid van de ridderlijke broederschap van de Confrérie van de Handbusch. Lees hier meer….
- Markt 54-56 – De ondergang van Mechelen, de herberg van Vermeer
door George Buzing en Gerrit Verhoeven
Onlangs werden bij toeval de fundamenten van het huis Mechelen aan de Markt opgegraven, de herberg waar Jan Vermeer zijn jeugdjaren sleet. In 1885 was het zonder enige scrupules afgebroken om een bredere entree van de Voldersgracht naar de Markt mogelijk te maken. George Buzing en Gerrit Verhoeven schreven er eerder dit jaar over in het blad Delf. Het artikel staat nu in aangepaste vorm op Achterdegevels. Lees hier meer….
- Nieuwe Plantage 110-112 – Stadsboerderij Plantage Hoeve onderaan Reineveldbrug
door Kees van der Wiel
Nieuwe Plantage 110-112 is de laatst overgebleven stadsboerderij van Delft. ’s Zomers lopen de koeien een kwartier rijden van het bedrijf aan de Schie, maar ‘s winters staan ze nog altijd op stal vlak onder de Reineveldbrug tegenover het oude hoofdgebouw van de Gistfabriek. De boerderij is in 1853 gesticht als een bijzaak van een stoomoliefabriek aan de rand van de stad. Gaandeweg raakte ze door Kanaal en Trambrug steeds meer ingesloten. De hele omgeving werd volgebouwd, maar de koeien zijn gebleven. Lees hier meer….
- Vlamingstraat 52 – Van leerbewerker en bakker naar hotelier
door Corrie den Hengst
Door de eeuwen heen hadden hier veel eigenaren en bewoners een bedrijfje ‘aan huis’: een leerbewerker nam gelooid leer onder handen, bakkers bakten hier van 1630 tot 1700 hun brood, een winkelierster hield een winkeltje annex kroegje in het voorhuis, een timmerman had zijn ‘timmerwinkel en werkplaats’ achter het huis (op de foto meester-timmerman Tobias Prins met zijn gezin) en tenslotte begon in de twintigste eeuw een eigenaar er een hotel.
Lees hier meer….
- Oude Delft 24 – Grachtenhuis met bijzonder interieur uit 1883
door Magda Meijsing
Magda Meijsing schrijft over het huis waar ze in 1950 geboren is en bijna veertig jaar van haar leven heeft doorgebracht. Het is een groot huis met een opvallend interieur dat ook andere tijden heeft gekend als kamerpension met lekkende daken. Ooit ontstond het uit de verbouwing van een bedrijfsgebouw van de opgeheven brouwerij De Drie Hoeffijsers aan de Koornmarkt. Lees hier meer….
- Voldersgracht 30 – Vanouds De (Vergulde) Schrijfpen, eeuwenlang een bakkerszaak
door Wim van Veen
De naam ‘De Schrijfpen’ dankt het huis aan het notariskantoor dat hier in de 17e eeuw gevestigd was. Daarna herbergde het meer dan twee eeuwen een bakkerswinkel. Tussendoor zaten er nog een breuckmeester (specialist in het behandelen van bot- of liesbreuken) en een chirurgijn en pestmeester. Omstreeks 1960 zat er een dameskledingwinkel. Tegenwoordig is er Bijbel-lectuur te koop. Lees hier meer….
- Voldersgracht 31 – Woning van een beeldenstormer en kunstschilder Van Mierevelt
door Wim van Veen
Geen officieel Rijksmonument maar wel een heel oud huis met vrij originele trapgevel. Ooit woonde hier een beeldenstormer en een beginnend portretschilder (op de afbeelding Michiel van Mierevelt en zijn gezin, geschilderd door zoon Pieter van Mierevelt). Later woonde er ook nog een goud- en zilversmid die wegens heling in het gevang gezeten had. Tegenwoordig kun je er Belantjang met rijst eten. Lees hier meer…..
- Achterom 79 (en 81) – Woongerief in de Poort van Parsant
door Piet van der Kruk
Eind 19e/begin 20e eeuw woonde Johanna Maria van Dijk (eerst als ongehuwde moeder, later met echtgenoot) er met een stel kinderen. Stel je voor: in één kamer met wandgedierte en een poepton in de hoek, boven een verbouwde paardenstal in een nauwe donkere doodlopende steeg en dan je hand moeten ophouden bij de armenzorg. Daarna bewoonde de weduwe Pieternella van der Kruk (op de foto linksvoor) de bovenwoning van 1902 tot aan haar overlijden 1912 . Ook zij had het niet breed. Tegenwoordig is het volgens een makelaar een heerlijk gelegen huisje in een sfeervol hofje in het historisch centrum. Lees hier meer….
- Voorheen Pieterstraat 28-38 – De verdwenen strontpoort
door George Buzing en Kees van der Wiel
Dit doodlopende straatje had in de volksmond de naam ‘de Strontpoort’, en ook wel ‘Indianenpoort’. Veel bewoners woonden er opmerkelijk lang en waren er kennelijk aan verknocht. Een handige aannemer bouwde met een compagnon in 1873 aan de noordzijde van de Pieterstraat zes huisjes in een poortje op een braakliggend terrein waarop eerder slechts één huis had gestaan. Vijftig jaar geleden is het straatje met de grond gelijk gemaakt voor het winkelcentrum In de Veste. Lees hier meer…..
- Wijnhaven 18 – De Granaatappel van de beroemde apotheker Dirck Cluyt
door Henk Verbruggen, Kees van der Wiel en George Buzing
Wijnhaven 18 was tientallen jaren het adres van een schoenenwinkel, maar de schoenenverkoop is een paar jaar geleden gestopt. Nu is het een herenmodezaak, en deze verandering is illustratief voor deze plek. Door de eeuwen heen waren er hier altijd veel verschillende winkels. Eind zestiende eeuw was het de apotheek van de beroemde apotheker Dirck Cluyt, die zijn zaak De Granaatappel noemde. Hij mocht de balsem leveren waarmee het lichaam van de vermoorde Willem van Oranje werd behandeld. Lees hier meer…..
- Oude Delft 161 – Koopmanshuis vol schilderijen in 1638
door Henk Verbruggen
Twaalf jaar geleden beschreef Henk Verbruggen de geschiedenis van het Huis Berch Tabor aan Oude Delft 161 waar Pieter de Hooch ooit schilderde en de Afrikaanse prinsjes Kwasi en Kwame, bekend van Arthur Japin’s ‘Zwarte met het witte hart’ ooit op kostschool zaten. Dit verhaal is nu een beetje opgefrist en dankzij een nieuwe archiefvondst aangevuld met een beschrijving van het huis in 1638 van Nicolaes Gael, koopman in verf en kruidnagelen, dat van onder tot boven vol hing met Hollandse meesters. Lees hier het verhaal….. en lees hier de beschrijving van het huis……
- Achterom 67 – Mark III
door Piet van der Kruk
De vroegst bekende bewoners zijn Goris Westerbaen – slachter en handelaar in klein bier – en zijn vrouw Marijtje Versteegh, zij woonden er tussen 1687 en 1729. In 1734 werd verkoper van aardewerk en handelaar in huizen Arnoud Crispijn de nieuwe eigenaar/bewoner. Begin negentiende eeuw kocht schippersknecht, varensgezel en vletter Willem de Roo het pand. Na zijn overlijden verdiende zijn weduwe Ida Elizabeth Valk er nog vele jaren de kost als winkelierster. In 1896 gingen landbouwerknecht Antoon Bresser en zijn vrouw Henrietta Ruvekamp er wonen. Het huis was ruim genoeg voor inwoning: dat leek Henrietta wel wat en zo werd ze commensaalhoudster. Zoon Willem was barbier en begon er een kapperszaak. Verschillende eigenaren bewoners volgden nog, er was o.a een snoepwinkel.
In 1925 werd het pand onbewoonbaar verklaard en in 1934 herbouwd. Eerste bewoner tevens winkelier van de herbouwde woonwinkel was het echtpaar Piet van der Kruk en Bets Breedveld. De herbouw van Achterom 67 kwam voor groenteboer Piet van der Kruk als een geschenk uit de hemel. Lees hier meer……
- Voorstraat 23 – Inde Gulde Stier
door Maarten Jonquière
De oudst bekende eigenaren en bewoners waren 16e-eeuwers. In 1598 kocht schoenmaker Jan Davitzn Weyman ” Inde Gulde Stier”. Hij bezat ook een “loyhuys” aan de zuidzijde van het Rietveld en was een vrij welvarend man. Dat bleek uit de – 64 pagina’s tellende – beschrijving van de nalatenschap van zijn weduwe Annetgen Ariensdr van Rossem. Het echtpaar had heel wat geld uitgeleend. Weyman stond ook verscheidene malen borg voor nieuwe poorters die zich in de stad wilden vestigen. De boedelbeschrijving geeft een beeld van de gereedschappen, werkbanken en voorraden van de schoenmakerij. Weyman leverde ook leer aan vele andere schoenmakers in de regio. Dat bleek uit de onbetaalde rekeningen. Lees hier meer…..