Op 24 april bezochten 18 leden van Delfia het landgoed Ockenburgh in Den Haag. Jan Balk, vrijwilliger bij het Zuid-Hollands Landschap, vertelde over de ondergrond, strandwallen en veenlagen, die nog duidelijk in de omgeving te zien zijn. De strandwallen zijn gedeeltelijk afgegraven voor de stadsuitbreiding van de Schilderswijk, het Laakkwartier en de tuinbouw in Loosduinen. Het zand werd per boot afgevoerd, de wateren liggen er nog. We kregen uitleg over het verschil tussen landgoederen en buitenplaatsen.
Jacob Westerbaen was in 1638 de eerste bewoner van landgoed Ockenburgh. Hij was dichter, arts en predikant. Mede door een huwelijk met Anna Weytsen, weduwe van een zoon van Oldenbarnevelt, kwam hij in hogere kringen te verkeren. Het landgoed heeft totaal verschillende inrichtingen gehad naar de geldende mode van die tijd, van classicistisch tot Engelse landgoedstijl. Bij de inval in mei 1940 probeerden de Duitsers met luchtlandingstroepen Den Haag in te nemen en is er hevig gevochten rondom Ockenburgh. Eén groep Duitse soldaten kwam daar door hevige tegenstand klem te zitten, maar wist met 500 man stilletjes in de nacht de Nederlandse troepen te ontvluchten en via Wateringen zich te verenigen met de troepen in Rotterdam. Later in de oorlog gebruikten de Duitsers Ockenburg als lanceerlocatie voor de V2, waarmee Engeland bestookt werd.
Het hyacintenbos bevindt zich in een santvoort, een stuk grond dat ter ontginning met een aarden wal omgeven werd om te voorkomen dat alle aangroei onder het zand bedolven werd. De wandeling door dit bos werd om 16.00 uur afgesloten en daarna werd bij een drankje en een hapje nog wat nagepraat.